Het westen van de VS zit vol woeste natuur, dat hadden we natuurlijk al gezien in Utah en natuurlijk ook bij de Grand Canyon. Maar als je nog meer extremen wil zien kun je Death Valley toch niet overslaan. We waren daarom vanuit Las Vegas in Nevada naar het westen gereden, richting Californië.
Onderweg keken we nog wel eens raar op van de verkeersregels die in de VS gelden. Want op de snelweg kwamen we gewoon fietsers tegen, ja echt, fietsers! De snelweg is daar namelijk ook echt de enige weg in de omtrek, verder is er totaal niets. Dus op een snelweg waar je 70 mijl per uur mag (112,6 km/u) zie je dan bordjes dat fietsers de vlucht strook (hard shoulder) moeten gebruiken. Welke daar ongeveer de helft van de breedte was als in Nederland, je zou er amper met je auto kunnen staan. Zodoende zagen we dus nog een keer iemand fietsen, een vrachtwagen raasde er rakelings langs. Een paar honderd meter verder stond een bordje “hard shoulder ends”, de vluchtstrook stopte gewoon, dus mocht hij gewoon de rijbaan op. En dat met temperaturen die naar mate we Death Valley naderden steeds verder opliepen richting ongeveer 40 graden Celsius die dag. Echt genieten daar op je fietsje!
Net voor Death Valley ontstond er even verwarring over onze route. We hadden een afslag verkeerd genomen waardoor we nu aan de zuidelijke ingang van het park kwamen ipv meer richting het westen zoals gepland. Op zich geen ramp, alleen het jammere was dat pa tijdens het uitzoeken maar even zich buiten de auto ging insmeren met zonnebrand. Daarbij moet hij zijn horloge (van 4 maanden oud) zijn verloren, toch zonde. Dus als iemand hem nog wil halen voor ons, hij ligt vermoedelijk vlakbij de afslag naar Badwater Basin, alvast bedankt!
De route door Death Valley bracht ons door bijna onwerkelijke landschappen. Je zag zandduinen, rotsen in allerlei kleuren. Op den duur leek het wel alsof we op een stenen muur afreden, je zag de lucht even niet meer voor je vanuit de auto. We daalden steeds verder af richting het laagste punt van het westelijk halfrond: Badwater Basin (-86 meter). Hier hebben we wat rondgelopen over de zoutvlakte. Toch ook wel weer apart, in het midden van al die rotsen dan weer zo’n lege witte vlakte. Wat ook opviel is dat je zelfs geen vogels ziet vliegen in Death Valley. Er is simpelweg geen prooi en ook zijn de temperaturen te hoog. Er stond een bordje dat recordtemperaturen tot over de 50 graden daar waren gemeten. Bij die temperaturen vielen de kraaien zelfs gewoon dood uit de lucht. Pas de volgende dag toen we op de snelweg naast Death Valley reden zag je ook weer vogels. Hun prooi, voornamelijk elkaar. Tenminste, de weg zat onder de bloedvlekken, ze leken voornamelijk van roadkill te leven.
Vanuit Badwater Basin zijn we een stukje om gereden langs Artists Palette. Die plek heet zo om dat je in de rotsen allerlei kleuren kriskras door elkaar heen ziet, roze, groen, zwart grijs, geel etc. Allemaal door elkaar op dezelfde heuvels. Daarna zijn we nog gestopt bij Zabriskie Point. Een bekend uitzicht punt omringd door een apart gevormd vulkanisch landschap. Eerder op de reis had mijn vader in Flagstaff Arizona nog een comboyhoed langs de weg gevonden. Hier in de volle zon van Death Valley kon hij al gauw de voordelen van zo’n hoed ondervinden, geeft toch wat meer schaduw. Ik vond het vooral een grappig plaatje, onze cowboy :)
Verder stopten we ook nog even kort in Rhyolite, een klein spookstadje. Maar met de waarschuwingsbordjes voor ratelslangen leek een uitgebreide wandeling toch niet zo aantrekkelijk.
[flickr_set id=”72157673567373312″]